Deze Scythische gouden set van vier zoogdierapplicaties, daterend uit de 9e tot 3e eeuw voor Christus, is een fascinerend voorbeeld van eeuwenoud vakmanschap. De XRF-resultaten duiden op een samenstelling van 77,7% goud (Au), 15,2% koper (Cu) en 7,2% zilver (Ag). Deze legering, met een aanzienlijk kopergehalte, is indicatief voor Scythische metallurgische praktijken, gericht op het bereiken van een specifieke kleur en sterkte in hun goudwerk. De aanwezigheid van zilver, hoewel minder dan koper, draagt bij aan de kneedbaarheid en glans van de legering. Met een goudzuiverheid van bijna 18 karaat zijn deze applicaties niet alleen een bewijs van de artistieke vaardigheid van de Scythen, maar ook een zeldzaamheid in termen van hun culturele en historische betekenis.